Column van Wim het Haverkate

IMG_20250124_153135470

Het Haverkate

Er is al een lange geschiedenis bekend van de boerderijen in de omgeving van de Geessinkweg / Haverkateweg. Een gebied dat Broekheurne heet en net buiten onze wijk ligt, maar voor mij de reden was om op de Helmerhoek te willen wonen. Hoewel het adres aan de Geessinkweg ligt, is de woonkamer met voordeur aan de kant van de Haverkateweg gelegen.

Toen ik daar voor het eerst kwam in juni 1972, kon ik nog niet weten dat ik daar ruim 30 jaren zou doorbrengen… Haverkot was hun bijnaam, niet hun echte naam, de familie ter Riet woonde in de boerderij, een opa en oma, met hun zoon en zijn vrouw en twee kinderen, een jongen en een meisje.

Haverkot kwam van Haverkate, eeuwen geleden zou er een Haverkate eigenaar zijn geweest, al in de jaren 1600, de drie woningen die daar nu nog liggen, net achter de Wesselerbrink, zouden alle drie de naam Haverkate mogen dragen, dat heb ik ooit ergens gelezen. Maar de anderen gebruikten een andere naam en zo werd de boerderij van ter Riet dus Haverkotte of Haverkot genoemd.

De opa, Gerhard ter Riet was op 2 november 1900 geboren in deze woning, groeide er op en trouwde met Engelina Bats uit de Eschmarke, in hun huwelijk kregen ze twee kinderen, een zoon en een dochter, de zoon bleef er wonen en trouwde in 1956. Uit dit huwelijk zijn dus ook een zoon en een dochter geboren, zo ik net al schreef. Kinderen, toen, van mijn leeftijd.

Uit het gezin van de ouders van opa, zijn in dit huis ook nog broers en zussen van hem geboren, twee ervan heb ik goed gekend, één ervan, Johan ter Riet, heeft met zijn vrouw en hun dochter gewoond aan de Usselermarkeweg, nu Boterkorfhoek, je kunt nog goed zien waar dat was, er staat nog een oude linde, deze boom stond vroeger voor de boerderij, daar waar nu de huizen iets naar achteren zijn gebouwd, daarvoor heeft ongeveer hun boerderij gestaan. Helaas heb ik daar geen foto van. De andere was een zus van opa (Gradda) die aan de Zuid Esmarkerrondweg woonde, in mijn jeugd was zij een weduwe met haar zoon Johan, ik kwam er regelmatig, de dochter was al getrouwd. Ze noemde mij altijd “Wim oet de Brookheurn”, als ik op bezoek kwam.

Terug naar de Geessinkweg…. Ik was 12 jaar oud en vond het boerenwerk prachtig. Koeien melken was snel geleerd en ook in de stallen en varkensschuur was ik vaak te vinden, ik heb er een mooie jeugd gehad. Al gelijk het eerste jaar kwamen er konijnen, een hobby die er nog steeds is.

Ook voor mij werden zij een soort ouders en opa en oma, tenminste zo noemde ik ze in die tijd en ook met mijn eigen ouders was de band met hun goed.

Het melkbusnummer was 608 en later werd het 1608, ik heb nog een melkbus uit 1956 thuis met koperen nummers 608, met het bijbehorende melkzeef. Na het melken werden de bussen vol melk in een ring met koud water gezet, zo’n puttenring, misschien ken je dat wel, net zo één als er nu nog staat bij de openbare school de Sterrenborgh, aan het fietspad, net voor het bruggetje naar de vijver. Deze werd vroeger gebruikt voor het drinkwater van het vee van de fam. Leusink. Maar zo’n ring, ingegraven en gevuld met koud water, daarin werden de bussen gezet om de melk koel te houden. De volgende ochtend werden de bussen vol melk aan de straat gezet en kwam, in die eerste jaren, Jan van de Meier, ofwel Jan ter Steege, de bussen ophalen om naar de melkfabriek in de stad te brengen. Deze Jan is geboren in het huidige Thomashuis aan de Reigershöftehoek en trouwde met Jo, ze woonden eerst bij haar ouders in huis, aan de nu Boterkorfhoek, het huis zoals ik dat net beschreef.

eerste steen 2
IMG_20250124_152812771

De bussen kwamen schoon terug, maar werden bij de boerderij altijd nog opnieuw schoongemaakt, vóór er weer melk in kwam. In mijn jeugd hadden ze 16 – 20 melkkoeien. In de schuur op het erf werden varkens gehouden en het was altijd een feest om mee te maken als er biggen werden geboren, die mooie kleine roze biggetjes die gelijk droog werden gewreven en bij de moeder werden gezet, prachtig om te zien. Natuurlijk is het ook veel werk, de stallen schoonhouden, mooi stro erin en iedere dag gingen de varkens twee maal de wei in, nadat ze buiten krachtvoer hadden gegeten.

Er was ook een kippenschuur, maar toen ik daar kwam waren er al geen kippen meer. Ook was voor in de kippenschuur een ruimte met ruif voor het hooi, waar vroeger een paard heeft gestaan, toen ik daar kwam was er geen paard meer, maar een tractor, ik heb er vaak op gereden. In die kippenschuur, dus in de ruimte waar het paard heeft gestaan, had de jongen van mijn leeftijd een soort hut gemaakt waar we met een jongen uit de buurt vaak speelden en lp’s draaiden.

Al met al een hele mooie tijd gehad daar, maar bij het ouder worden van de bewoners, werd de boerderij verkocht en verhuisden ze naar een woonzorgcentrum , ik dacht 2003 dat de boerderij werd verkocht, niet veel later werd deze boerderij afgebroken en werd er een nieuwe woonboerderij gebouwd.

Doordat ik jaren in de omgeving heb doorgebracht en ook veel kwam in het gebied dat nu Helmerhoek heet, was het mijn wens om daar te gaan wonen en in 1985 ben ik daar dus terecht gekomen. Vanaf die tijd tot 2003 bleef het nog steeds een boerderij waar ik graag kwam en ik veel herinneringen van toen maar ook van nu heb opgedaan. En die jongen en het meisje van toen, zijn net als ik nu, beiden zestig plussers, die band is altijd goed gebleven.

Wim (“oet de Brookheurn”) Boers.