Column van Wim de Meijer
” de Meijer ”
In onze wijk hebben we “het Thomashuis”, de boerderij, van vroeger uit van de familie ter Steege, met de bijnaam “de Meier”, hier woonde ooit een gezin met vier kinderen, in mijn jeugd de oude vader met toen twee van zijn vier kinderen, de moeder was al vroeg overleden. Het adres was Meierweg 20.
Ik heb ze leren kennen vanaf 1973, zoon Jan (geb.1930) reed iedere dag met de tractor met een grote lange wagen erachter langs de boeren, om de melkbussen op te halen, bussen vol verse melk en zo klein als hij was in lengte, hij kreeg de bussen altijd weer met een flinke zwaai op de wagen. Zwaar werk in die tijd, zodra de wagen vol was reed hij ermee naar de grote stad… en wij als kinderen van 13 of 14 jaar, mochten dan vaak meerijden. Een feest voor ons, met de wagen mee naar de melkfabriek in Enschede. Daar werden de bussen geleegd en omgespoeld en kwamen schoon terug over de lopende band, om weer op de wagen te zetten. De deksels kwamen via een andere loopband en zo kon het wel eens gebeuren dat er een oud deksel op een nieuwe bus kwam, niemand die daar moeilijk over deed…, hoewel ik dat wel zonde vond…
Jan was getrouwd met Jo en ze woonden aan de Usselermarkeweg, daar waar nu de Boterkorfhoek is en waar slechts de oude lindeboom nog herinnert aan die tijd. De huizen die daar iets terug staan laten zien waar ongeveer ooit de boerderij stond. De Usselermarkeweg begon bij de Oude Dijk en eindigt nu nog steeds bij de oude vuilnisbelt, bij de meesten wel bekend. De Usselermarkeweg was heel vroeger het spoor waarover het huisvuil uit Enschede werd weggebracht waardoor die vuilnisbelt is ontstaan.
Zonen Johan (geb.1921) en Albert (geb.1944/45), die woonden toen nog bij hun vader Herman Albert (geb.1898) in de boerderij, Johan was een liefhebber van melkgeiten en had een aantal van deze dieren, deze stonden in de schuur die er nog steeds staat bij het huidige Thomashuis.
Albert was de plantjeskweker, wat ik toen ook al interessant vond, mijn eerste dahlia’s kwamen daar vandaan. Ik kwam vaak in zijn oude kassen en dronk thee bij hun, in de keuken van de boerderij. Albert trouwde jaren later met José. Inmiddels zijn alle drie de broers overleden, de laatste was Jan, ik sprak hem voor het laatst in 2019, hij was toen 90 jaar, een jaar later overleed hij.
Van hun zuster Rieks (geb.1923), die getrouwd was met Mennings, weet ik niet veel, zij woonden in het eerste huis vanaf de Meierweg, aan de Boswinkelbeekweg, ofwel nu, vanaf de Reygershöftehoek / Oldemeulehoek het eerste huis aan de busbaan. Hun tuin grensde aan de tuin van de toenmalige kwekerij, de kwekerij heeft er jaren gestaan, maar uiteindelijk werd deze afgebroken toen de wijk de Helmerhoek gebouwd werd en dichterbij kwam.
De oude kassen stonden ongeveer daar waar nu het fietspad de Reygershöftehoek kruist, bij de zwerfkeien. Er werden nieuwe kassen gebouwd aan de overkant van de straat, maar deze hebben er niet lang gestaan en ook deze verdwenen, kort na die tijd overleed Johan en Albert vertrok en werkte later op de begraafplaats in Usselo. Ook hij is enkele jaren geleden overleden. De oude vader is volgens mij in de eind tachtiger jaren overleden, ik woonde toen al op de Helmerhoek en kon over de nog half bestaande Meierweg naar hun boerderij lopen voor een condoleance/afscheid aan huis. De moeder, Christina Plekkenpol (geb.1901), heb ik nooit gekend.
De herinnering blijft in mijn geheugen, het was best een mooie tijd, de enige nakomeling, waarvan ik nog het bestaan weet, is van mijn leeftijd, een dochter van Jan, zij heeft alle foto’s nog, maar helaas heb ik die niet kunnen krijgen. Er was ook een dochter van de Mennings, maar of zij nog leeft weet ik niet, was getrouwd met Don (van) Erkelens, die woonde vroeger met zijn ouders in het andere huis aan de nu busbaan.
Het is mooi dat het huis nog steeds bewoond wordt, zo midden in onze wijk en dat het nog een beeld geeft van hoe het vroeger was.
Wim Boers